Het vormen van de verleden tijd (прошедшее время) is in het Russisch heel eenvoudig. Misschien wel het eenvoudigste aspect van de hele Russische grammatica. Het aantal variaties is beperkt, en vervoegingen zijn niet ingewikkeld.
Mannelijk, vrouwelijk, en beleefd of meervoud: werkwoorden in verleden tijd nemen slechts drie vormen aan. Of eigenlijk vier, maar de vorm voor оно (het) wordt niet vaak gebruikt. Een оно doet (of deed) nou eenmaal niet zoveel.
Je kunt ook zeggen dat vervoegingen in verleden tijd alleen rekening houden met geslacht (mannelijk of vrouwelijk) en getal (enkelvoud of meervoud). Ze wijzigen niet per persoon. De vormen voor wij en zij (en u) zijn gelijk. Ik, jij en hij/zij krijgen dezelfde vorm als het geslacht overeenkomt. Zie je in het Russisch ‘ik dacht’ of ‘jij zei’, dan weet je dus of het om een man of om een vrouw gaat. Anders dan in tegenwoordige tijd, zijn die vormen verschillend.
Om de verleden tijd te maken, zoek je allereerst de stam van het werkwoord. Die vind je vaak door de laatste twee letters ervan af te halen. (Zie ook: Rule 7: Finding the Stem op 8 Simple Rules for Russian Verb Conjugation, ThoughtCo. 2018). Daar plak je dan een л of ла of ли aan vast (of soms dus een ло), en dat is het.
Ik (m) dacht: я думал. Van думать (denken), дума (stam) + л, ла of ли. Hij dacht: он думал. Jij (m) dacht: ты думал. Zijn de personages vrouwelijk, dan wordt думал net wat zwieriger want verandert het in думала.
Jij zei: ты сказал (m.) ты сказала (v.)
Online Russian Class, Past Tense
(Anya Golubeva, 2019, 8 m)
Learn Russian Grammar, Глаголы 11
(LearnRussian.org, 2016, 9 m)
Forming the Past Tense in Russian
(Russian grammar, 2015, 4 m)
Past tense of the Russian Verbs
(RussianPlus, 2009, 10 m)
Hulp/naslag
laatste bewerking 26-10-2020
Meer