De zesde naamval, in het Russisch предложный падеж, is voor de meeste studenten de eerste die ze leren. De reden daarvoor is eenvoudig: de zesde naamval zelf is dat ook.
Dit komt vaak als een tegenvaller voor studenten Russisch: van (bijna) elk Russisch werkwoord zijn er twee. Die wel ongeveer hetzelfde betekenen, maar heel verschillende dingen uitdrukken. Dus moet je beide kennen, en van allebei de vervoegingen leren.
Werkwoorden die betrekking hebben op het zelf heten
wederkerend, in het Engels reflexive verbs, in het Russisch
возвратные глаголы. Wederkerende werkwoorden hebben vaak een ‘zich‘ bij zich; die zich (of zichzelf, of elkaar) is in het Russisch werkwoord de -
ся op het eind.
Мыть is wassen,
мыться zichzelf (of jezelf) wassen.
Zo makkelijk als het je gemaakt werd met de
eerste naamval, zo ingewikkeld wordt het met de tweede. De genitief of
родительный падеж is op meerdere terreinen een uitdaging. Het is de meest gebruikte en veelzijdigste, maar ook de meest complexe.